Pas op: Ongegronde hadith




لهو الحديث ليضل عن سبيل الله

[...]ongegronde overleveringen (hadith) doen afdwalen van het pad van God[...]

-- De Koran 31:6

Beste lezer, welkom in vrede!

De Koran -- door God geopenbaard, recht leidend en vol wijsheid -- bevat een duidelijke waarschuwing: hadith-collecties doen afdwalen van Gods pad.

Deze tekst:

  1. licht Gods waarschuwing uit,
  2. ontkracht de Koran-interpretatietrucs waarmee hadith-collecties autoriteit wordt gegeven, en
  3. laat zien hoe de hadith-collecties op belangrijke punten in tegenspraak zijn met de Koran.

Wat zijn de hadith-collecties precies?

Op Wikipedia vinden we de volgende definitie:

De hadith (Arabisch: أحاديث (meervoud), حديث (enkelvoud), 'dat wat verteld wordt') zijn [...] overleveringen over het doen en laten en de uitspraken van Mohammed. Via deze overleveringen kent men de soenna, de manier van de profeet. Voor de overgrote meerderheid van de moslims vormen de Hadith een aanvulling op en interpretatie van de Koran.

Tegenwoordig betekent het woord 'hadith' iets anders dan in de Koran, om verwarring te voorkomen wordt in deze tekst de term hadith-collecties gebruikt om deze moderne betekenis, overleveringen over het doen-en-laten en de uitspraken van Mohammed, aan te duiden.

Een paar breed geaccepteerde feiten over de hadith-collecties op een rij:

Wat de overgrote meerderheid van mensen die zich moslim noemen over het hoofd ziet is dat deze hadith-collecties:

Herhaaldelijk kunnen we in de Koran lezen dat God deze duidelijk en makkelijk voor ons heeft gemaakt (24:1; 54:17,22,32,40). Ook draagt God ons op de Koran zelf te lezen (17:14, 96:1-5), daarbij gebruikmakende van onze intelligentie (38:29, 39:18).

Ondanks dat het in deze internet-tijd zo makkelijk is om de Koran te lezen hebben veel gelovigen hem nog nooit gelezen in een taal die ze begrijpen. Het aantal dat een hadith-collectie heeft gelezen ligt nog veel lager. Het gebrek aan zelfstudie geeft 'imams' en andere voorgangers erg veel macht, aangezien zij nu Gods wil en instructies mogen uitleggen. Sommige voorgangers raden hun volgelingen zelfs af te proberen de Koran zelf te lezen en te begrijpen!

Het woord hadith in de Koran

De moderne betekenis van het woord hadith is "overleveringen over het doen en laten en de uitspraken van Mohammed". In de Koran wordt het woord hadith 26 keer gebruikt, maar met een compleet andere betekenis. In het Arabisch waarin de Koran is opgeschreven betekend hadith: vertellingen, overlevering, verhaal of gezegden. Aangezien de hadith-collecties zoals wij die kennen pas 200 jaar na het overleiden van de profeet zijn verzameld en opgeschreven, was Mohammed onbekend met de moderne betekenis van dit woord.

In de volgende verzen komt het woord voor: 4:42,87,140; 6:68; 7:185; 12:6,21,101-111; 18:6; 20:9; 23:44; 31:6; 34:19; 39:23; 45:6; 51:24; 52:34; 53:59; 56:81; 66:3; 68:44; 77:50; 79:15; 85:17 en 88:1.

We kunnen de volgende opmerkelijke conclusies trekken uit deze verzen:

  1. God gebruikt het woord hadith zowel om de Koran zelf aan te duiden, als in haar algemene betekenis (vertelling).

  2. In de Koran betekent het woord hadith nooit: "overleveringen over het doen en laten en de uitspraken van Mohammed". Begrijpelijk gezien de hadith-collecties zoals wij die kennen pas 200 jaar later zijn samengesteld.

  3. In vers 12:111 lezen we dat de Koran (hier aangeduid met het woord hadith) een "detaillering van alle dingen" en een "gids voor hen die accepteren" is. Ofwel de Koran is voldoende gedetailleerd als leidraad voor de gelovigen.

  4. In vers 31:6 lezen we dat er mensen zijn die "ongefundeerde hadith accepteren" wat tot "afdwalen van het pad van God" leidt. Het woord hadith draagt hier logischerwijs de algemene betekenis (vertelling, overlevering, etc.)

  5. In vers 4:87 en 39:23 lezen we dat de Koran de beste en meest betrouwbare hadith is.

  6. Slechts één keer, in vers 66:3, wordt het woord hadith gebruikt met betrekking tot Mohammed. In dat vers en de twee daarop volgende verzen (66:3-5) lezen we hoe God streng optrad tegen het verspreiden van een vertelling/verhaal (hadith) buiten de Koran om.

  7. In de Koran wordt nooit in positieve zin verwezen naar de hadith-collecties.

Op 3 plaatsen in de Koran -- 7:185; 45:6 en 77:50 -- vraagt God ons expliciet welke hadith wij volgen: de Koran, of een andere die niet van Hem afkomstig is? Eén van deze verzen luidt:

45:6 Dit zijn Gods tekenen/verzen (ayaat) die Wij aan jullie voordragen met waarheid. Dus, welke overlevering (hadith), na God en zijn tekenen/verzen, erkennen zij?

Als iemand ons vertelt dat er vanuit de Koran wordt verwezen naar de hadith-collecties dan kunnen we met zekerheid vaststellen dat deze persoon slecht is voorgelicht en/of geen eigen onderzoek heeft gedaan.

Om zeker te weten hoe de Koran het woord hadith gebruikt zullen we zelf moeten lezen... Aangezien het slechts 26 keer voorkomt (in de hierboven benoemde verzen), is onderzoek gemakkelijk zelf te doen.

Vergeet daarbij niet:

De omvang van de hadith-collecties

De Koran bestaat uit ongeveer 6000 verzen (ayaat) verdeeld over 114 hoofdstukken (sura).

Er zijn in totaal ongeveer 700.000 hadith-collectiestukken. Aangezien een stukje hadith-collectie gewoonlijk veel meer tekst bevat dan een vers in de Koran vullen ze samen een grote boekenkast of een kleine bibliotheek. Meestal wordt slechts 1% betrouwbaar (sahie) geacht door de samenstellers van de 'populaire hadith-collecties':

Deze populaire hadith-collecties behoeven op zijn minst een boekenplank.

Interpretatietrucs om hadith-collecties autoriteit te geven

Hieronder worden de veelgebruikte Koran-interpretatietrucs één-voor-één weerlegd. Volgens deze trucs zouden de hadith-collecties hun autoriteit ontlenen aan de Koran. Maar niets is minder waar, de Koran waarschuwt ons juist voor deze "ongegronde overleveringen".

Truc 1: "Gehoorzaam de boodschapper"

Een veelgebruikt argument om de hadith-collecties autoriteit te geven is dat er in de Koran staat "gehoorzaam de boodschapper". Inderdaad vinden we in de Koran deze instructie in verschillende vormen (3:132; 4:13,59,69,80; 5:92; 9:71; 24:52,54,56; 33:36,71; 49:14; 64:12). Maar is deze instructie genoeg om hadith-collecties autoriteit te geven?

Opmerkelijk is dat de woorden "gehoorzaam de boodschapper" nooit opzichzelfstaand worden gebruikt; meestal worden ze in één zin genoemd met "gehoorzaam God".

We moeten ons afvragen hoe we deze instructie het best kunnen opvolgen: hoe kunnen we God en Zijn boodschapper gehoorzamen?

Het lijkt voor de hand liggend dit te doen door het bericht dat God tot ons zond via Zijn boodschapper te accepteren en nauwlettend op te volgen. Bijvoorbeeld: in de Koran staat herhaaldelijk dat we door gebed en moreel gedrag dichter tot God kunnen komen. Ook lezen we in de Koran hetgeen God tot ons heeft neergezonden over Mohammed!

Minder voor de hand liggend is om te proberen de boodschappers doen-en-laten te volgen aan de hand van overleveringen die eerst meer dan 200 jaar mondeling zijn overgeleverd. Daarbij is het kleine deel (~1%) van deze overleveringen dát betrouwbaar wordt geacht, op vele punten in tegenspraak met de Koran en zichzelf.

Truc 2: Mohammed als voorbeeld/onderwijzer

De volgende verzen worden ook veel aangehaald als redenen om hadith-collecties te accepteren:

3:31 Zeg: "Indien gij God liefhebt, volgt mij (Mohammed), God zal u liefhebben en uw zonden vergeven. God is Vergevensgezind, Genadig."

3:32 Zeg: "Gehoorzaamt God en de boodschapper", maar als zij zich afwenden, dan heeft God de ongelovigen niet lief.

33:21 Inderdaad, in de boodschapper van God is een goed voorbeeld gesteld voor ieder die naar God en de laatste dag uitkijkt, en God constant herinnert.

2:129 Onze Heer, en zend tot hen een boodschapper uit hun midden, die hen Uw verzen (ayaat) voordraagt en die hen het boek en de wijsheid onderwijst, en hen reinigt. U bent de Nobele, de Alwijze."

3:164 God gaf een grote gunst aan zij die erkenden door hen een boodschapper uit hun midden te sturen die Zijn verzen (ayaat) voordraagt, hen verbetert en hen het boek en de wijsheid onderwijst, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.

Velen geloven dat Mohammed geen fouten maakte, maar in de Koran lezen we dat hij -- ondanks zijn goede karakter en hoge moreel -- meer dan eens gecorrigeerd is door God (33:37; 66:3-5; 80:1-16). Toch spreekt de Koran overwegend positief over Mohammed; hij is duidelijk een goed voorbeeld en een onderwijzer voor ons.

Net als bij interpretatietruc 1 moeten we ons afvragen hoe we deze instructie het beste kunnen opvolgen: hoe kunnen we Mohammed als voorbeeld/onderwijzer nemen?

Het lijkt voor de hand liggend om dat te doen door: (1) zijn goede handelen en instructies die hij kreeg van God zoals beschreven in Zijn Koran als voorbeeld te nemen, en (2) het enige dat hij mocht onderwijzen van God -- de Koran -- te accepteren. En aangezien God ons verbiedt onderscheid te maken tussen Gods boodschappers (2:136), moeten we de andere boodschappers -- over wie ook veel staat geschreven in de Koran -- op een gelijke manier als voorbeelden/onderwijzers nemen.

Maar de Sunni en Shia religies schrijven voor dat we Mohammed leren kennen uit de hadith-collecties: een 200 jaar later na het overleiden Mohammed verzamelde en betrouwbaar geachte collectie van van-horen-zeggen teksten. Teksten welke op verschillende punten zichzelf en de Koran tegenspreken. Maar het wordt nog gekker! Deze religies schrijven ook voor deze dubieuze overleveringen te gebruiken om de wonderbaarlijke Koran mee te interpreteren en vertalen.

God waarschuwt ons in de Koran zelfs herhaaldelijk (31:6; 66:3; 6:112-116) deze fout niet te maken!

Truc 3: De sharia-rechtspraak

Het woord sharia wordt slechts 2 keer gebruikt in de Koran met als betekenis 'wet', in 5:84 en in 45:18. De moderne betekenis van het woord sharia is: een rechtspraak-systeem dat voornamelijk gebaseerd is op hadith-collecties en de meningen van zogenaamde islam-geleerden.

Er is geen enkele basis voor deze rechtspraak in de Koran. De sharia-rechtspraak botst zelfs op vele punten met de leringen van de Koran: zo worden vrouwen achtergesteld, slavernij goedgekeurd en gruwelijke straffen op relatief kleine vergrijpen voorgeschreven.

Een belangrijk voorbeeld van zo'n contradictie is de sharia-wet die voor het verlaten van de islam-religie de doodstraf voorschrijft. Middels het volgende Koran-vers bepaald God voor ons het tegenovergestelde:

2:256 Er is geen dwang in de religie (deen); de juiste weg is duidelijk te onderscheiden van de foute weg. [...]

Dwang en de religie (deen) zijn onverenigbaar. De religie zoals uiteengezet in de Koran, in het Arabisch deen, vereist wilskracht en geloof/overtuiging; welke betekenisloos zijn onder dwang.

Hoe kan de sharia-rechtspraak serieus worden genomen als op dit belangrijke punt de sharia-rechtspraak en de Koran lijnrecht tegenover elkaar staan? Er is maar één conclusie mogelijk: de sharia-rechtspraak is een verderfelijke truc om mensen te onderdrukken en Gods ware bericht voor hen te verbergen. Deregelijke trucs leiden volgens de Koran tot vervloeking van God (2:159).

Truc 4: "U mag nemen wat de boodschapper U geeft"

Het volgende vers wordt vaak aangehaald als reden om hadith-collecties te accepteren:

59:7 Hetgeen God Zijn boodschapper in voorzag [...] zal niet gemonopoliseerd worden de rijken onder jullie. Jullie mogen nemen van de boodschapper jullie geeft, maar neem niet wat hij jullie onthoud. [...]

We kunnen de volgende conclusies trekken uit dit prachtige vers:

Helaase wordt vaak beweerd dat de woorden "Jullie mogen nemen van de boodschapper jullie geeft" ons beveelt het handelen van de profeet zoals beschreven in hadith-collecties te gebruiken als spirituele gids.

Truc 5: De boodschapper geeft ons leiding

In vers 4:115 zou staan dat we Mohammeds leiding moeten volgen. Niets is minder waar. De volgende vertaling is nagenoeg woord-voor-woord, de twee voorafgaande verzen (4:113-114) zijn ook bijgevoegd.

4:113 Zonder Gods gunst voor jou en Zijn barmhartigheid, als een groep van hen volhardend was jou te misleiden; zouden zij niet hebben misleid behalve zichzelf, nog zouden zij jou iets kwaad kunnen doen. God heeft tot jou het boek en de wijsheid geopenbaard, en Hij heef jou geleerd wat je nog niet wist. God's genade voor jou is groot.

4:114 Er is niets goeds in veel van hun vertrouwelijke gesprekken, behalve als iemand aanzet tot een liefdadigheid of vriendelijkheid of verzoening tussen de mensen. Wie dit doet verlangend naar Gods gunst, Wij zullen hem een grote beloning geven.

4:115 Eenieder die vijandig is jegens de boodschapper nadat de leidraad duidelijk is gemaakt voor hem, en hij volgt iets anders dan het pad van hen die erkennen; Wij zullen hem toestaan wat hij gezocht heeft en hem tot hel brengen; wat een afschuwelijke bestemming.

Als we goed lezen staat hier dat: we ons niet vijandig tegen de boodschapper moeten opstellen nadat de leidraad ons duidelijk is geworden. Is dat een reden om de hadith-collecties te accepteren: nee. Maar wel een aanmoediging van God om de Koran te bestuderen en op te volgen!

In de verzen 5:48-50 wordt Mohammed door God opgedragen slechts dat wat God aan hem heeft geopenbaard, de Koran, te gebruiken om mensen te leiden. De kleinste afwijking zou de profeet al een zware staf opleveren (17:73-75; 10:15-18).

Truc 6: We moeten verbieden wat Mohammed heeft verboden

Deze Koran-interpretatietruc is heel ver gezocht. Op basis van dit vers...

9:29 Bevecht hen die zowel God als de Laatste dag niet erkennen onder de mensen die het Boek hebben ontvangen; zij verbieden niet wat God en Zijn boodschapper hebben verboden, en zij handhaven het systeem van waarheid niet; tot zij de schadeloosstelling betalen, in bescheidenheid.

...zouden we de hadith-collecties moeten accepteren, omdat we anders niet kunnen weten wat Mohammed (de boodschapper) heeft verboden.

Maar is deze instructie wel gericht aan ons? Er wordt van een bepaalde groep gezegd dat zij niet verbieden wat God en Zijn boodschapper hebben verboden, betekend dat dat we vandaag de dag dat wel moeten verbieden? Dat staat er in ieder geval niet.

Er staat dat een bepaalde groep mensen bevochten moet worden, namelijk zij die:

De context van dit vers, die lijkt te beginnen in vers 9:23 of 9:25, is die van een oorlogstijd; er wordt gesproken over bondgenoten, vijanden, overwinningen, slagvelden en soldaten. Het is duidelijk dat dit geweld alleen is toegestaan ten tijde van oorlog; dit omdat de Koran in andere verzen verzoening en gelijkmoedigheid jegens ongelovigen voorschrijft (2:224,256; 10:99; 15:2-3; 18:29; 45:14; 109:1-6; etc). Het bevechten van die groep moet stoppen als zij "in bescheidenheid" een "schadeloosstelling" hebben betaald -- deze "schadeloosstelling" wordt soms uitgelegd als een belasting, maar in de Koran is hier niets over te vinden.

Het vers 9:29 is erg interessant, vooral met betrekking tot oorlogssituaties. Dit vers aangrijpen om te verkondigen dat hadith-collecties in de Koran worden gepromoot is wel héél ver gezocht.

Truc 7: Mohammed verduidelijkt de Koran voor ons

In de volgende verzen is het Arabische bayana vertaald met verkondigen; dit terwijl de meeste vertalingen verduidelijken of uitleggen verkiezen.

5:15 Mensen van het boek, Onze boodschapper is tot jullie gekomen om voor jullie veel te verkondigen (bayana) van wat jullie verborgen hielden van het boek, en wat veelal negeerden. Een licht is gekomen tot jullie van God en een verduidelijkend boek.

3:187 [...] Je zult het verkondigen (bayana) tot de mensen en het niet verborgen houden.

16:44 Met bewijs en de geschriften. Wij zonden tot jou neer de Herinnering om te verkondigen (bayana) tot de mensen wat tot hen gezonden was, en wellicht zullen zij nadenken.

Het Arabische woord bayana heeft 2 betekenissen:

  1. een dubbelzinnig bericht uitleggen, of
  2. een verborgen bericht verkondigen.

Door het verkiezen van de eerste betekenis wordt geïmpliceerd dat Mohammed de uitlegger van een dubbelzinnig bericht, de Koran, is. Maar dit zou in strijd zijn met andere Koranverzen waarin staat dat God deze juist duidelijk (11:1; 16:89), gemakkelijk te leren (54:17,22,32,40) en (voldoende) gedetailleerd (6:114; 41:3) heeft gemaakt, en dat Hij deze Zelf aan ons uitlegt (75:19).

De tweede betekenis is veel logischer: God heeft de Koran persoonlijk aan Mohammed geopenbaard vervolgens heeft hij deze verkondigd -- een betekenis die geen enkel ander vers van de Koran tegenspreekt.

In het volgende vers verkondigd God het effect van meervoudige betekenissen in de Koranverzen op "zij die een ziekte in hun harten hebben":

3:7 Hij is Diegene die het boek tot jou neerzond -- daarin zijn duidelijke tekenen/versen, zij zijn de essentie van het boek; en andere tekenen/verzen die meerdere betekenissen hebben. Zij die een ziekte in hun hart hebben verlangen verwarring te veroorzaken en verlangen de interpretatie ervan te verdraaien, zij zullen de meerdere betekenissen volgen. Maar niemand weet hun betekenis behalve God en zij die goed onderlegd zijn in kennis; zij zeggen, "Wij erkennen het, alles is van onze Heer." Niemand zal het herinneren behalve de mensen met verstand.

Dit vers stelt ook dat er een groep mensen is die wel weten wat de betekenis is, namelijk zij die "zich stevig baseren op kennis", en zeggen, "Wij erkennen het, alles is van onze Heer". Het lijkt er trouwens op dat in het zojuist genoemde statement met de woorden "het" en "alles" de Koran bedoeld wordt.

Truc 8: Inspelen op traditie

Dit is de laatste en waarschijnlijk de meestgebruikte truc. Voor deze truc verwijst men niet naar wat er in de Koran staat, maar naar wat er niet in staat.

De redenering is als volgt: zonder de hadith-collecties missen we informatie over bepaalde gebruiken die voor mensen die zich moslim noemen zó belangrijk zijn dat het onmogelijk is moslim te zijn zonder.

Veelal worden de volgende gebruiken genoemd als punten waarop de Koran niet voldoende gedetailleerd is:

Dat dit een cirkel-redenering betreft is overduidelijk: na eeuwen te zijn beïnvloed door hadith-collecties zijn allerlei tradities ontstaan, zo genaamde islamitische cultuur en tradities; nu worden deze gebruikt om de noodzaak van de hadith-collecties te onderstrepen.

Daarnaast is deze redenering in strijd met de Koran die herhaaldelijk aangeeft "voldoende gedetailleerd" te zijn (6:114,119,126,154).

De verschillende 'islamitische stromingen'

De onenigheid over het al dan niet accepteren van bepaalde overleveringen was een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van islamitische stromingen. In die tijd waren de hadith-collecties nog niet opgeschreven en verzameld, wellicht omdat nog zoveel gelovigen wisten dat Mohammed niet wilde -- zoals we lezen in de Koran (3:16) -- dat er geen overleveringen naast de Koran mochten bestaan.

6:159 Zij die de religie (deen) opdelen in groepen, jij bent in niets zoals hen. [...]

Met jij wordt in dit vers de profeet bedoelt. Belangrijk is hier dat niet de stromingen, maar juist de doelbewuste handeling van het zichzelf opdelen (sektarisme) wordt veroordeeld. Het gevolg het bewust opdelen in stroming is dat we niet meer tot de groep van Mohammed behoren. Dit terwijl de Koran ons er herhaaldelijk op wijst "God en Zijn boodschapper" te volgen.

23:53 Maar zij splitsten zichzelf door oneinigheid in sekten; elke partij gelukkig met wat zij heeft.

23:54 Daarom, laat hen in hun verwarring, voor nu.

Welke 'islamitische stromingen' ontstonden door onenigheid? In de volgende verzen wordt ook gewaarschuwd tegen verdeling in de religie (deen):

42:13 Hij heeft voor jouw dezelfde religie (deen) verordend die Hij voor Noach heeft verordend, en die Wij jou hebben geïnspireerd, en wat Wij hebben verordend voor Abraham, Mozes en Jezus: "De religie (deen) te vestigen en er niet verdeeld in te raken." Hetgeen jij tot oproept is ondragelijk voor de afgodendienaars. God kiest voor Zichzelf wie Hij wil en Hij leidt tot Zichzelf wie zich bekeert.

42:14 Ze verdeelden zich pas nadat de kennis van onderdrukking tot hen was gekomen. Zonder een vooraf bepaalde beslissing van jouw Heer, zouden ze onmiddellijk veroordeeld zijn. Inderdaad, degenen die het boek na hen hebben geërfd, zitten vol twijfels.

42:15 Daarom, verkondig en wees standvastig zoals je is opgedragen, en volg hun verlangens niet. Zeg: "Ik erken alles wat God uit het boek heeft gezonden, en mij werd geboden jullie gelijk te behandelen. God is onze Heer en jullie Heer. Wij hebben onze daden en jullie hebben je daden. Er is geen oneenigeheid tussen ons en jullie. God zal ons allemaal samenbrengen, en tot Hem is de uiteindelijke bestemming."

De Koran over zichzelf

2:2 Dit is het boek waar in geen twijfel is, een gids voor de gewetensvollen.

18:1-2 Alle lof komt God toe Die het Boek tot Zijn dienaar heeft geopenbaard en daarin geen kromte heeft gemaakt. Rechtleidend.

39:28 Een Arabische Koran zonder enige kromheid, opdat zij zich zullen hoeden.

43:4 En waarlijk is de Oorsprong van het Boek bij Ons, waarlijk verheven, vol van wijsheid.

4:82 Peinzen zij dan niet over de Koran? En indien het van iemand anders dan God afkomstig was, dan zouden zij daarin menige tegenstrijdigheid hebben gevonden.

25:30 De boodshapper zei, "Mijn Heer, mijn mensen hebben deze Koran verlaten."

De Koran (Al-Qur'an) is een naam, het betekent De Oplezing of De Voordracht. Op deze manier wordt ons duidelijk dat er geen andere Koran is dan deze; wanneer de Koran spreekt over andere geschriften dan wordt de naam van het betreffende geschrift gebruikt, zoals Bijbel (Injeel) en Thora (Torah).

De Koran duidt zichzelf ook aan met andere woorden, zoals: boek (kitab), bericht/herinnering (zekr), onderscheidmaker (furqan) en geopenbaarde (tanzil). In tegenstelling tot de naam 'Koran' worden deze woorden ook voor andere geschriften gebruikt. De volgende eigenschappen van de Koran worden aan ons kenbaar gemaakt in verzen waar de naam 'Koran' wordt gebruikt om het boek aan te duiden:

Referenties

Deze site is niet uit de lucht komen vallen!

Vragen, opmerkingen of anderzijds geïnteresseerd?

Meld je dan graag aan bij de Koranisme groep.

Als je een opmerking hebt over iets specifieks op deze site, dan kun je een 'issue' aanmaken. Hiervoor moet je wel een gratis GitHub accountje aanmaken.